Vandaag gaan m’n snotapen tezamen op voor hun C. Ik ben nu al aan het joelen. Na vandaag ben ik voor altijd verlost van dat veel te hete zwembad. Nog één keertje de zware zit.
Met illegale koffie, want die van het zwembad is niet te zuipen. Dus stiekem op de tribune slurpen, onderwijl je kroost toejuichend. Van binnen steeds harder joelend: ‘De aller-aller-laatste keer!’
Zelfs het lange wachten op de uitreiking zal mij dit keer amper raken. Nog één keer én dan nóóít meer!’ En wanneer ik door het winkelcentrum loop, langs de ingang van het zwembad af, hoop ik deze vreugde tot in de einde der tijden te herbeleven.
Ze zijn trouwens ook geen seconde te laat met die C binnenharken. De zomer staat voor de deur en afgelopen week hebben we al een flinke bult grofvuil van het eiland in de Vinkeveense Plassen gehaald.
Ook geen ‘shaming tactics’ meer. Allemaal niet meer nodig. Ze hebben overigens wel gewerkt. Die jongste aap heeft ineens in een recordtempo z’n A, B en C gehaald. Terwijl ie voorheen openlijk meldde dat ie slechts één badje per jaar zou doen. Dus rond z’n dertiende zou ie pas klaar moeten zijn, maar die snotneus wordt volgende maand pas negen.
Hè, hè! Ze kunnen zo van de steiger in het diepe springen. En ik hoef m’n hart niet vast te houden. Alleen nog maar oppassen voor idioten te boot. Want die hebben misschien ook wel hun C, maar vermoedelijk nog geen vaarbewijs.