De waarheid over kansenongelijkheid op school – en wat jij eraan kunt doen

De waarheid over kansenongelijkheid op school – en wat jij eraan kunt doen

Je kind komt vol enthousiasme thuis met een tekening en een nieuw woord dat hij heeft geleerd. Maar wist je dat sommige kinderen veel minder kans hebben om datzelfde niveau van onderwijs te bereiken? In Nederland beginnen de verschillen al op jonge leeftijd. Kinderen van ouders met een lager opleidingsniveau of een migratieachtergrond krijgen gemiddeld minder kansen in het onderwijs. En dat raakt ons als moeders diep.

De start bepaalt de finish

Het begint al op de basisschool. Kinderen met dezelfde capaciteiten krijgen toch andere adviezen, simpelweg door hun achtergrond. Onderzoek van het SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) toont aan dat kinderen van lager opgeleide ouders vaker een lager schooladvies krijgen dan kinderen van hoger opgeleide ouders, zelfs als ze vergelijkbare Cito-scores hebben. Dit betekent dat talent onbenut blijft en de kansenongelijkheid al vroeg begint.

Daarnaast speelt de leercultuur thuis een grote rol. Kinderen van hoger opgeleide ouders krijgen vaker hulp bij huiswerk, worden meer gestimuleerd om te lezen en hebben vaker ouders die hun schoolloopbaan actief begeleiden. Dit alles leidt tot betere prestaties en meer kansen op doorstroming naar hogere niveaus in het onderwijs.

Extra hulp? Niet vanzelfsprekend

Bijles, huiswerkbegeleiding of een rustige leeromgeving: niet ieder kind heeft dat. Voor sommige gezinnen is dat simpelweg onbetaalbaar. Een rapport van de Onderwijsinspectie bevestigt dat leerlingen uit kansarme gezinnen minder vaak toegang hebben tot deze extra ondersteuning, waardoor de kloof in leerprestaties verder groeit.

Daarnaast spelen taalbarrières een rol. Kinderen die thuis een andere taal spreken dan Nederlands, lopen vaak achter in woordenschat en taalbegrip. Dit heeft invloed op hun leerprestaties en hun kansen in het verdere onderwijs. Dit verschil blijft vaak bestaan in de latere schooljaren, wat doorstroom naar het hoger onderwijs bemoeilijkt.

Onderwijs moet eerlijk zijn

Onderwijs hoort een plek te zijn waar ieder kind gelijke kansen heeft. Maar in de praktijk zien we iets anders. Scholen in welvarendere wijken hebben vaak meer middelen, kleinere klassen en meer ervaren leraren. In achterstandswijken is dat niet altijd het geval. Dit zorgt ervoor dat kinderen niet dezelfde begeleiding en aandacht krijgen, terwijl ze die juist nodig hebben.

Het probleem zit ook in verwachtingen. Leraren, hoe goedbedoeld ook, kunnen onbewust vooroordelen hebben. Als een kind van hoogopgeleide ouders slim overkomt, krijgt het vaak meer uitdaging. Een kind met exact dezelfde kwaliteiten, maar uit een minder kansrijke omgeving, kan onterecht een lager advies krijgen. Dat moet anders.

De impact op de toekomst

Kansenongelijkheid in het onderwijs heeft gevolgen die verder reiken dan de schoolbanken. Jongeren die onder hun niveau worden geadviseerd, hebben minder goede carrièrekansen en een lager inkomen. Hierdoor wordt het moeilijker om economisch zelfstandig te worden en de ongelijkheid zet zich generaties lang voort. Dit leidt tot grotere sociale en economische verschillen in de samenleving.

Ook is er een groter risico op vroegtijdig schoolverlaten. Uit onderzoek blijkt dat jongeren uit kansarme gezinnen vaker afhaken in het onderwijs omdat ze minder steun en stimulans krijgen. Dit vergroot de kans op werkloosheid en financiële onzekerheid op latere leeftijd.

kansenongelijkheid op school

Wat kun je als moeder doen?

Wij kunnen als moeders een verschil maken. Hier zijn een paar dingen die we kunnen doen:

  1. Wees betrokken bij school – Praat met de leraren, vraag naar de voortgang en wees niet bang om door te vragen over schooladviezen. Twijfel je? Vraag een second opinion.
  2. Stimuleer thuis leren – Je hoeft geen leraar te zijn om je kind te helpen. Samen lezen, vragen stellen en interesse tonen in school helpt al enorm.
  3. Zoek ondersteuning – Veel gemeentes en organisaties bieden gratis huiswerkbegeleiding of mentorprogramma’s aan. Vraag op school of er initiatieven zijn waar je gebruik van kunt maken.
  4. Netwerk met andere ouders – Samen sta je sterker. Wissel ervaringen uit, geef elkaar tips en ondersteun elkaar waar mogelijk.
  5. Maak er een gespreksonderwerp van – Kansenongelijkheid verdwijnt niet vanzelf. Praat erover met andere ouders, leraren en beleidsmakers. Hoe meer aandacht het krijgt, hoe groter de kans op verandering.

Kleine stapjes maken een groot verschil

Het is frustrerend om te zien dat niet elk kind dezelfde kansen krijgt. Maar we kunnen wel iets doen. Door betrokken te zijn, te helpen waar we kunnen en aandacht te vragen voor het probleem, kunnen we stapje voor stapje een eerlijker onderwijssysteem creëren. Want elk kind verdient een eerlijke start.

Lees meer: Onderwijsinspectie: kansenongelijkheid

Lees ook: Een pestende juf, dat kan toch niet?


Ontdek meer van Pink Pressᡣ𐭩

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Reacties

Nog geen reacties. Waarom begin je de discussie niet?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *