Om weer een halfjaar samen te vieren had ik het voornemen iets romantisch te organiseren. Uiteindelijk kreeg dit vorm door een liefdeslied voor m’n schatje op te nemen. Het al vaak gecoverde (o.a. door Billy Joel en Adele) Make You Feel My Love, oorspronkelijk van Bob Dylan, was door de kinderen goedgekeurd om te gaan herarrangeren tot een rock/bluesnummer.
Het opnemen van mijn eigen piano zou te ingewikkeld worden om te organiseren, maar aldus een bevriende thuisproducer moest het toch lukken om het nummer uiteindelijk op te nemen in zijn huiskamerstudio.
Als vanouds lekker aan het componeren
Daar zat ik dan, akkoordenschema’s van het internet geplukt, nog denkend dat ik wat bluesy riedeltjes op de piano moest verzinnen om een eigen versie van het lied te maken. Maar toen ik een baslijn wilde verzinnen ontstond er eigenlijk een volledig nieuw nummer, want de originele zanglijn paste er niet meer op. Met slechts nog anderhalve week tot de deadline ging ik het mezelf niet extra moeilijk maken door ook een eigen tekst te schrijven. De nieuwe zanglijn werd wel lekker rauw, maar dat was niet erg aangezien m’n schatje wel van stevige rock houdt.
Gewapend met, nog slechts voor de coupletten, een lekkere funky klinkende baslijn, rauwe bluesy zanglijn en de originele akkoordenschema’s belde ik de bevriende producer om alvast een start te maken voor de opnames. Het leek mij beter om gewoon te beginnen met opnemen. Want wanneer er op z’n minst 2 sporen (bas en zang) over elkaar heen liggen, volgen extra toevoegingen meestal vanzelf. En nog belangrijker, over het algemeen komen er ook ideeën voor de resterende elementen van het nummer. In dit geval dus het refrein en een brug.
Een liefdeslied
Zoals gebruikelijk, bij bezoeken aan deze vriend, nam ik een fles wijn mee, dit keer om vooral mijn dankbaarheid te tonen (immers kon ik direct na het telefoontje komen) en om het opnameproces aangenamer te maken. Omdat ik een intro wilde hebben die de herkomst van het liefdeslied direct duidelijk zou maken, wilde ik beginnen met het originele akkoordenschema voor de coupletten in Cubase (een bekend muziekprogramma) op te nemen. Het bleek handiger om het te tekenen i.p.v. met z’n mini-keyboard (slechts 2 octaven) in te spelen. Al direct werd het gesteggel over de hoeveelheid maten en de structuur. Het zou onlogisch zijn. Wat resulteerde in de zoveelste keer dat ik m’n vriend erop wees dat muziek geen visuele aangelegenheid is, maar audueel.
‘Stop met kijken naar dat beeldscherm, doe je ogen dicht en luister! Klinkt het goed?’
‘Ja, … maar kijk dan, dit klopt niet! Je hebt een oneven aantal maten en je doet hier de hele tijd noten van die lengte en daar zijn ze ineens korter. Dat is niet logisch, hoor!’
‘Het zal best dat jij het niet logisch vindt, maar het klinkt toch niet onlogisch? Dus is het ook niet onlogisch!’
‘Nou, je moet het zelf weten, hoor! Het is jouw liefdeslied, ik zeg alleen dat het niet logisch is. Want kijk nou, je eindigt gewoon op een oneven maat!’, wijst ie naar het beeldscherm waar Cubase visueel aangeeft dat het laatste akkoord van het couplet in maat 17 eindigt.
‘Luister nou! Het interesseert mij helemaal niks in welke maat die eindigt. Bovendien blijft jouw theorie kloppen in dít lied, want ik ben niet begonnen in wat Cubase herkent als de eerste maat. Kijk maar, ik ben begonnen in een even maat.’
‘Ah, ja! Nou, dan klopt het wel!’
Een bijzonder traag traject
Om het proces voort te laten gaan, neem ik een flinke slok wijn en weiger ik in te gaan op de lonkende discussie. Na het inspelen van de baslijn moet ik echter nog harder op m’n lip bijten, want nu krijg ik de grofste belediging die een muzikant kan horen. ‘Het is allemaal uit de maat. Je begint telkens te laat!’ Zwijgen is blijkbaar moeilijk, maar het lukt me wel om geen blijk te geven aan hoe beledigend dit verwijt is. Dus zeg ik nog rustig: ‘Als het consequent “te laat” begint, dan is het dus gewoon in de maat. Alleen de overgang van deze naar die rif zit nog niet in de vinger…’, wijs ik naar het beeldscherm. ‘Als je die kunt knippen en plakken, zou dat erg fijn zijn.’ Zowel de zanglijn voor de intro als de coupletten zijn opgenomen voordat ik naar huis ga. En omdat ik geen zin heb om het totale proces op te houden, vraag ik of hij de instrumenten in de intro kan wijzigen naar strijkinstrumenten in het basregister, een fluit voor het hoge register en of hij een drumlijn erbij kan maken (want ik weet dat hij dat snel en goed kan) al weet ik dat dit zal resulteren in een variatieloze slagwerkpartij.
Wanneer ik de volgende dag (dit keer vergezeld door een six-pack Brabants bier, welke in de reclame was) bij hem aankom is hij bezig om een nieuw pakket muziekinstrumenten te uploaden welke, zoals kort erna zal blijken een virus bevatten. Het herstel neemt flinke hap uit de beschikbare tijd om aan het nummer te werken en bij het aanhoren van wat er inmiddels al was opgenomen, merk ik dat er onder andere een echo op m’n zang is aangebracht, de vriend zelf met een kopstem (en een batterij aan effecten) achtergrondzang heeft toegevoegd en er ineens typische dubstep elementen zijn aangebracht (om maar even een paar van de vele veranderingen op te noemen). Blijkbaar had de bevriende producer de hele nacht opgezeten om allerlei dingen voor het liefdeslied te doen. Dus ik vond het enorm sneu, maar het was absoluut niet wat ik wilde hebben noch waar ik om gevraagd had. Afgezien van het feit dat ik bruiste van de creativiteit en dagelijks nieuwe ideetjes had om het nummer nog beter te maken, had ik eveneens dagelijks te maken met allerlei ongevraagde én ongewenste aanpassingen. Kortom, werd wat al een tijdrovend proces was nog tijdrovender door wat ik enkel kan classificeren als calamiteiten management.