Close

Ook aan dit liefdesverhaal komt een einde

Na een romantische avond wordt het uiterst aangename nagenieten bruut de kop ingedrukt tijdens een telefoongesprek met de bevriende thuisproducer. Welke eigenlijk belde om te laten weten dat er een MP3 in m’n mailbox zat, maar al snel ging het ergens anders over. Ondanks dat het precies was wat ik wilde, had ik niet van knippen-en-plakken mogen spreken. Uiteindelijk zou ik een mail ontvangen die, aan het einde van een barrage aan beledigingen, expliciet een punt achter de vriendschap zette. Op aanraden van m’n ‘meiske’ is die mail onbeantwoord gebleven en zou ik de hele beproeving vergeten, wanneer we in de trein naar Eindhoven zitten voor het geplande uitstapje om ons halfjaar verkering te vieren.

Onveranderlijk ‘mijn stad’

De regen kon ons niet raken, want na lange tijd hadden we eindelijk weer eens een momentje dat we Dennis en Judith (niet die van PinkPress natuurlijk)konden zijn in plaats van ‘papa’ en ‘mama’. Maar toegegeven, eveneens deden de paraplu’s in reële zin een bijdrage. Na lekker ongezond bij de McDonalds een burger te eten, onderwijl liefkozend elkaars ijdele hand af en toe aan te raken en vol betekenis in de anders ogen te kijken, beginnen we ons avondje samen. Enkel de mooie lichtshows konden onze ogen verleiden om niet verliefd in die van de ander de kijken. Samen glühwein drinkend bewonderde wij de erg creatieve, door Eindhovense schoolkinderen van petflessen gemaakte, kroonluchters in het Anne Frankplantsoen. Af en toe, doorbrak ik de oorverdovende stilte, die deze overwegend blanke meute van middelbare leeftijd produceerde, met een verhaal over mijn familiegeschiedenis (aangezien vele hoeken en gaten in en rond het centrum daartoe aanleiding gaven).

‘Hier stond het ouderlijk huis van mijn grootvader. Een prachtig huis! Platgegooid, hiervoor’, wijzend naar het kolossale betonnen vormloze gedrocht waar eens de ABN in zat. En als we een steeg doorgaan, waar een enorm simpel patroon een erg spannend effect krijgt door de projectie op fijnmazige gazen objecten boven onze hoofden, zeg ik: ‘Daar had m’n opa z’n kapsalon. M’n broertje wilde er niet meer naartoe, want “Opa geeft mij krullen!” En m’n vader woonde er op de zolder.’ In het Stadswandelpark, die ook vol herinneringen zitten aan mijn grootouders en het St. Catharinegilde, was een erg mooi eerbetoon aan het peertje (uiteraard van Philips). ‘Krijg je geen heimwee wanneer je hier zo loopt?’, vraagt m’n schatje. ‘Nee, ik heb heimwee naar een vervlogen tijd, toen ik m’n vrienden nog zag zonder eerst een afspraak te maken. Maar ja, iedereen werkt, heeft kinderen en weinig tijd, hè? Ja, als ik in één van deze huizen zou kunnen wonen, zou ik wel weer hier willen wonen’, zeg ik terwijl we langs de villa’s aan de rand van het Stadswandelpark lopen. ‘Hè, jij ook altijd met je grandeur!’

Vuur en een koude douche

En eindelijk zagen we dan, nummer 23 op de route, de Large Fire Tornado. Die had extra waarde gekregen, want we hadden van een vriend van de kunstenaar gehoord dat het ‘m maar niet lukte om de ventilatoren zodanig te plaatsen dat de enorme steekvlam om zichzelf heen zou wentelen en dat hij ermee naar Burning Man wilde gaan (een geweldig alternatieve festival in de Black Rock Desert van Nevada, waar wij beiden ook graag eens naartoe willen gaan). Het was ‘m dus toch gelukt. En het zag er geweldig uit, vlammen die als een spiraal torenhoog (oké, een klein torentje dan) de atmosfeer likten. Vurig als onze liefde, maar vooral een welkome warmtebron in de koude druilerige weersomstandigheden. Zeer ingenieus, slechts door het gebruik van ventilatoren een wervelwind van vuur gecreëerd. En met de wetenschap dat de uitvoering bijzonder ingewikkeld was, genieten wij extra van dit ogenschijnlijk eenvoudige spektakel. We concluderen dat het zeker Burning Man waardig is.

Doorweekt, ondanks de paraplu’s die ik bij me had (want de regen lijkt af en toe vanuit de aarde richting de hemel te gaan), verlaten we het Stadswandelpark, maar niet voordat we nog een worstenbroodje eten bij het Stadspaviljoen (waar mijn broertje en ik, als lopertjes voor onze opa bij het St. Catharinegilde, in onze jeugd onszelf scheel vraten aan de worstenbroodjes). Bij het Stadsschouwburg (tegenwoordig ‘Parktheater’ genaamd) laten we ons verleiden om een, zo gezegd, aan Glow gerelateerde ‘Special’, genaamd Inside Out, binnen te bekijken. Tezamen met andere slachtoffers werden wij eerst in een kale partytent gedeponeerd en vervolgens onthaald (of liever achtergelaten) in een lege theaterruimte, die meer overeenkomsten met een laden-en-lossenruimte had dan een theaterzaal. De schaarse aankleding, enkel wat ‘props’, deed ons denken dat de schoonmakers te laks waren geweest om de troep goed op te ruimen. Het gebrek aan de welbekende rode theater klap-fauteuils liet de bezoekers enigszins verbaasd elkaar aankijken, geheid vergezeld door een gedachte van, we worden hierna vast naar de zaal geleid.

Bijzonder theatraal vermaak

Maar van het gesloten rode gordijn, dat de complete zijde van de ruimte besloeg, ging een dreiging uit dat deze zich spoedig zou ontplooien tot een draperie. Beiden maken wij onze vermoedens fluisterend aan elkaar kenbaar maakten. Toen de gordijnen opengingen was het al snel duidelijk dat onze vermoedens ‘spot on’ waren. Twee acteurs deden zich voor als regisseur en geluidsman. En wij? Wij waren natuurlijk de toneelspelers die ‘on cue’ hun kunsten tentoon zouden moeten spreiden. Enkelen hadden hier weinig zin in en gingen direct op de tribune zitten. ‘Het is nog geen tijd voor de koffiepauze, hoor! Nog even de liefdesscène repeteren en dan komt de koffie!’

Wij waren van mening dat we het beter over ons heen konden laten komen. Zo speelden wij het spel gewoon mee en hadden de grootste lol om de flauwe opmerkingen dat Maria, die verantwoordelijk bleek te zijn voor de kostuums, toch vrij nalatig was geweest in haar kledingkeuzes voor ‘sommige acteurs’. ‘Wat is dat nu weer? Zij lijkt wel een schaap met dat jasje aan en de noeste houthakker ziet er eerder uit als een kabouter met die muts op!’ Bij menigeen kan er slechts een schamper lachje af. Maar het leeuwendeel maakte er toch iets leuks van en doordat ‘de mannelijke hoofdrol’ liever in de armen van zijn echte schatje sprong dan zijn aangewezen tegenspeelster, werd ik gepromoveerd van boom tot toneelster met heuse sterallures (‘waar is mijn trailer?’) en theatrale expressies. Helaas moest ik het wel verduren dat mijn rivaal werd voorzien van, de niet op waarheid beruste, tekst: ‘De mijne is veel groter dan de zijne!’ Een hilarische ervaring rijker begaven wij ons naar de foyer, alweer we niet eens werden beloond voor onze inspanningen. Maar daar smaakte het drankje niet minder door.

Wordt vervolgd,

De Laatbloeier Gastblogger @ PinkPress [Signature Logo]-01

About Linda

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Cookieconsent met Real Cookie Banner