Competitiestrijd tussen kinderen hoort erbij en komt bij de meeste broertjes en zusjes wel voor. Wel komt het bij sommige kinderen net wat meer voor dan bij anderen. Of het meespeelt dat Daan en Jesse een tweeling zijn weet ik niet, maar die competitiestrijd is hier volop aanwezig!
Niet bij elkaar in de klas
Sinds Daan en Jesse naar de basisschool gaan, is de competitiestrijd begonnen. Gelukkig kregen we het advies vanuit school om tweelingen sowieso uit elkaar te halen op school, oftewel ieder in een eigen klas. Dat advies hebben wij ten harte genomen, ondanks dat het in het begin even gek voelde om ze uit elkaar te halen. Zelf hebben ze daar geen moment last van gehad overigens. En ik kan je alvast verklappen dat we achteraf enorm blij zijn met deze keuze.
Hoeveel fout had jij?
In groep 1 en 2 is de competitiestrijd nog niet zo merkbaar geweest, maar vanaf groep drie zeker wel. “Ken jij deze letter al”, “heb jij vandaag mogen voorlezen” en zo kan ik nog wel even doorgaan. In die periode voelde het eigenlijk wel schattig. Maar vanaf groep 4-5, toen de jongens ook toetsen kregen, is de competitiestrijd écht aan. Als ik tijdens het avondeten vraag hoe het op school was, komt er vrijwel altijd als antwoord: “Goed! Ik had een rekentoets. Jesse, hoe veel fout had jij?”. En dan komt natuurlijk het altijd spannende moment: wie had de minste fouten. Zucht.
Gelijk niveau
Gelukkig heb ik twee jongens die op school goed gelijk op gaan. De een blinkt niet uit boven de ander en qua niveau zitten ze gelijk. En daar ben ik enorm blij mee, want anders denk ik dat ik wel een lastige opvoedkundige casus had hier! Als ouder kun je wel op een aantal punten letten als het gaat om competitiestrijd.
Tips tegen competitiestrijd
Ga als ouder niet vergelijken. Zorg dat je geen uitspraken doet als “hoe komt het dat jouw broer zich altijd netjes zelf aan kan kleden en jij niet?”. En andersom natuurlijk ook niet: “jij poetst altijd netjes uit jezelf je tanden, in tegenstelling tot je broer”.
Wanneer je kinderen een rapport hebben, neem echt individueel de tijd voor ze. Ga niet met twee rapporten naast elkaar zitten en vergelijken hoe de ene heeft gescoord tegenover de ander. Dat geldt ook voor het maken van huiswerk. Ga niet met beide kinderen tegelijk huiswerk maken, maar individueel.
Ga er af en toe eens op uit met een van je kinderen, in plaats van met beide. Jouw onverdeelde aandacht is waarschijnlijk het enige waar ze indirect om vragen, wanneer je die competitiestrijd ervaart.
Het is een fase. Denk daaraan. Het is een fase…en het wordt beter. Echt waar!
Gastblog geschreven door Linda van Digitaalopvoeden.nl
Lees ook over het Europa Park door Linda!
🙂 danku!